De bedrijfscapaciteit van een kabel vraagt tijdens het beproeven met AC een capacitieve blindstroom. Vooral voor hoogspanningkabels die getest moeten worden met spanningniveaus >> 100 kV is daarom veel vermogen nodig, zowel aan de uitgang maar zeker ook aan de voedende zijde van de beproevings installatie. Voor traditionele testinstallaties, zoals een transformator, is het praktisch zeer gecompliceerd om lange kabel te beproeven in verband met het benodigde vermogen. Een resonatie-installatie maakt het wel mogelijk om lange kabels te testen zowel ON SITE als ook in de fabriek.
Er zijn twee types resonatie-installaties, met variabele frequentie of variabele inductie; zie daarvoor bij stationaire installaties. Een resonantie-installatie met variabele frequentie bestaat uit een frequentie geregelde omvormer, een speciale tussentrafo, ook wel exciter genoemd, een reactor of grote spoel en daarmee in serie wordt het testobject -de kabel- gekoppeld. Het geheel is zo met elkaar afgestemd dat er bij een bepaalde frequentie ergens tussen de 20 - 200 Hz resonantie ontstaat, de Xc en Xl zijn dan gelijk. Nu dienen alleen de verliezen toegevoerd worden om het proces aan de gang te houden. Typisch is ongeveer 2- 5% van de hoeveelheid vermogen aan de voeding nodig om een kabel te testen met een resonantie installatie. Een typisch belastingsdiagram wordt hieronder getoond. Buiten het rode kader is geen resonantie mogelijk.
Het geheel wordt gecomplementeerd met de benodigde spanningsdelers en randapparatuur zoals pD detectoren en/of tangensdelta meetapparatuur.
Aan de hand van vragenlijst voor mobiele kabelbeproeving WRV kunnen de basisspecificaties geïnventariseerd worden.